Nieuwsbrief 1 (juli 2017)

Juli 2017

Gewone spitssnuitdolfijn bij Pico, Azoren. ©Pierre Jaquet

 

Gewone spitssnuitdolfijn bij Pico, Azoren. ©Pierre Jaquet


Voorwoord

Hierbij vindt u de eerste nieuwsbrief van de Werkgroep Zeezoogdieren. Na de succesvolle Zeezoogdierdag in het Teylersmuseum in februari 2017, willen ook we proberen door een paar keer paar jaar nieuwsbrieven uit te brengen contact met en tussen zeezoogdier-enthousiastelingen uit België en Nederland te onderhouden. Alle begin is moeilijk, en het heeft ook even geduurd om dit eerste nummer af te ronden, maar we denken dat we een divers aanbod van artikelen, boekrecenties, website-links, activiteiten en reizen hebben kunnen samenstellen.

Om te beginnen verwijzen we graag naar de gedegen studie over de kenmerken van de spitssnuitdolfijn van True (Mesoplodon mirus) die recent verschenen is. Voor de meeste “whale-watchers” vormen spitssnuitdolfijnen misschien wel de moeilijkste groep, met relatief veel soorten, waarvan veel zeldzaam en schuw. Het artikel geeft veel nieuwe en bruikbare informatie voor identificatie aan de hand van gestrande dieren en veldwaarnemingen in Atlantische Oceaan, met name rondom de Azoren en de Canarische eilanden. Dat er nog zoveel onbekend is over de Ziphiidae, blijkt wel dat er vorig jaar een geheel nieuwe soort werd beschreven.
Aan de andere kant verdwijnen er soms ook soorten. Daarom besteden we in deze nieuwsbrief ook veel aandacht aan de vaquita, de Californische bruinvis, die op de rand van uitsterven staat. Hopelijk zijn de inspanningen van de natuurbeschermers en biologen niet te laat, maar met een wereldpopulatie van wellicht minder dan 30 dieren is het kantje boord. Uiteraard is er vooral ook aandacht voor zeezoogdieren dichterbij. Er waren bijzondere waarnemingen van een narwal en een groenlandse walvis in ons gebied. Waar walvisachtigen bij ons voorkomen blijkt uit grote verspreidingsonderzoek (SCANS-III) dat in 2016 voor de derde keer in het Europese deel van de Atlantische oceaan en de Noordzee werd gehouden. In deze studie wordt geschat dat meer dan 1,5 miljoen dolfijnen en walvissen in dit gebied voorkomen.

Dit is maar een kleine greep uit de inhoud van deze nieuwsbrief. We staan ook stil bij het overlijden van Chris Smeenk en een belangrijk project dat hij opgepakt en voortgezet heeft: de registratie van walvisstrandingen. Maar verder ook interessant onderzoek dat momenteel in Pieterburen plaatsvindt, de digitalisatie van oude walvisvaartdocumenten in Oldenburg (Duitsland) en veel meer. Uiteraard horen we graag wat u als lezer graag (anders) zou willen. Bijzonder welkom zijn natuurlijk suggesties of bijdragen voor een volgende nieuwsbrief. Emails graag naar: zee@zoogdiervereniging.nl

De redactie


Inhoud

  1. Artikelen
  2. Boeken
  3. Reizen
  4. Publicaties
  5. Agenda
  6. Filmpjes en foto’s
  7. Websites
  8. Vrijwilligers/Vacatures

Artikelen

Historische walvisvaartwerken in een digitaal jasje

De Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal (SVNT) heeft onlangs een reeks digitale edities voltooid rond het thema arctische walvisvaart en noordse landen. Hierbij zijn heel veel historische bronnen voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. De door de SVNT opgeleverde reeks omvat 36 titels uit de 16e-19e eeuw.

De digitale bibliotheek van historische walvisvaart kan worden onderverdeeld in een aantal groepen:

  • beschrijvingen van noordse landen, bv. de Wonderlijcke historie van de Noordersche Landen van de Zweedse bisschop Olaus Magnus, een magistraal werk vol bizarre verhalen over zeemonsters en andere merkwaardigheden van het Hoge Noorden;
  • pamfletten over gestrande walvissen, bv. de Ware verthoning en de afbeelding van eenen doden ende meest half verrotten Vis, door die zee aen der strande op gheworpen (1608). Al voordat de walvisvangst op gang kwam, werden door gedrukte en realistisch geïllustreerde vlugschriften strandingen van walvissen als nieuwstijdingen verbreid, waarbij het bijzondere natuurgebeuren veelal als vingerwijzing van boven werd geduid en in verband werd gebracht met de actualiteit van politiek en oorlogsvoering;
  • handboeken en compendia over walvisvaart zoals De bloeijende opkomst der Aloude en Hedendaagsche Groenlandsche Visschery (1727), waarin ex-commandeur C.G. Zorgdrager zijn vakkennis van de walvisvaart voor een breed wetenschappelijk geïnteresseerd publiek tentoonspreidde;
  • werken over Spitsbergen, bv. de in wetenschappelijk opzicht zeer geavanceerde beschrijving van Spitsbergen door de Hamburgse chirurgijn Frederik Martens in de Nederlandse vertaling van Simon de Vries: De Noordsche Weereld (1685);
  • journalen van rampzalige voyagien, met name uit de 18e eeuw, toen de walvisvaart zich had verplaatst naar de rand van het pakijs, waar de gevaren groot waren. Het zijn sensationele belevenissen, die vaak (maar niet altijd) met een gelukkige redding eindigden. De veelal authentieke verslagen van de opvarenden zijn interessant als spiegel van menselijke en religieuze gevoelens. Ook eerste ontmoetingen met de Inuit-bevolking van Groenland worden beschreven;
  • literaire walvisvaartteksten uit de 19e eeuw, daaronder de oudste Nederlandse bewerking van Herman Melvilles meesterwerk Moby Dick uit 1852.

De teksten staan voor iedereen gratis ter beschikking op de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren www.dbnl.org. Een complete lijst van alle titels is te vinden op DANS (Data Archiving Network Services), alwaar de bestanden als wetenschappelijke data door de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschapppen zijn gearchiveerd: Scroll naar de “lijst Geschiedenis van de Noordse landen / arctische walvisvaart”.

Hans Beelen
Verbonden aan het Institut für Niederlandistik van de universiteit van Oldenburg en coördinator van digitale tekstedities

easy.dans.knaw.nl

Bij Scheveningen gestrande griendwal, uit: VVare Verthooning Ende afbeeldinghe van eenen doden ende meest half verrotten Vis, door die Zee aen der strande op gheworpen, den 20. der Maent September, Anno 1608. Middelburg, 1608.

 

Bij Scheveningen gestrande griendwal, uit: VVare Verthooning Ende afbeeldinghe van eenen doden ende meest half verrotten Vis, door die Zee aen der strande op gheworpen, den 20. der Maent September, Anno 1608. Middelburg, 1608.


Kogia sima belgica – het verhaal

Toen bij de redactie van de Nieuwsbrief bekend werd dat er een kleinste potvis in België gezien was, was er uiteraard de nodige opwinding. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar zou het toch niet waar kunnen zijn? We vroegen de Belgische bioloog, natuurfotograaf en reisleider David ‘Billy’ Herman van Starling Reizen om een toelichting over deze opmerkelijke waarneming en over het uitvoerige artikel dat hij samen met Diederik D’Hert naderhand schreef.

Tijdens de zeetocht kwam de waarneming via whatsapp bij mij met de melding van: Spitssnuitdolfijn. Door de foto’s en deze determinatie, dacht ik aan Orka en uiteindelijk werd ook Tuimelaar geopperd door Diederik. Na enige bezinning waren de meningen erg verdeeld. Die van mij was uiteindelijk gewoon Bruinvis want de grootte was duidelijk fout ingeschat, die van Diederik Tuimelaar en die van Jeremy (één van de waarnemers) en de andere waarnemers ‘iets speciaal’. De beelden werden doorgestuurd naar specialisten, maar wellicht niet voldoende objectief waardoor een Kogia snel werd geopperd. Uiteindelijk verscheen dit bericht die zowel Diederik als ik hebben proberen tegen houden. Tevergeefs… Ons restte maar één mogelijkheid om dit te ontkrachten. En dat kon alleen maar op een heel gefundeerde en objectieve manier. Na 5 dagen schrijven, uitzoeken en bellen met elkaar was het artikel een feit. Onze mening werd gevormd en ik bleef 100% overtuigd van Bruinvis. De laatste berekeningen bevestigden dat volledig. Dit werd rond gestuurd naar de betrokken partijen en al snel werd hun fout gecorrigeerd.
 

David ‘Billy’ Herman

Eerste waarneming van een Kleinste potvis in Belgie
Kleinste potvis wordt bruinvis
Artikel Bruinvis2017 in Belgie


Het magazine voor orcaholics

Orka’s hebben de mensheid altijd al gefascineerd. Ze staan aan de top van de voedselketen in iedere oceaan. Deze grote zwart-witte dolfijnachtigen combineren kracht en charisma met een adembenemende intelligentie. De orka is één van de meest bestudeerde zeezoogdieren ter wereld maar met iedere ontdekking komen weer nieuwe raadsels boven water.

Over orka’s raak je dus niet snel uitgepraat. Toen Morgan in 2010 in Nederland belandde stonden de media bol van de verhalen en discussies. Toen bleek ook duidelijk dat er nog veel hardenekkige misverstanden en onwetendheden over orka’s leven. Dat heeft ervoor gezorgd dat wij zijn gaan nadenken over hoe we hier iets aan kunnen doen. Uiteindelijk is daar Orcazine uit ontstaan; een platform met betrouwbare, boeiende artikelen en mooi beeldmateriaal. Op dit moment bestaan we alleen nog als website, maar binnen een jaar hopen we ook een eerste papieren magazine te lanceren.

Op de www.orcazine.com vindt u al een interessante collectie aan artikelen. Zo deelt biologe Lonneke IJsseldijk haar ervaringen van de sectie op een aangespoelde orka op de Shetland Eilanden of reist u met Ernst Schrijver naar de Zuidelijke Oceaan op zoek naar de mysterieuze type D orka.

Orcazine is geheel afhankelijk van enthousiaste orkaliefhebbers die hun passie kunnen vertalen naar goede artikelen. Ook kunt u ons werk steunen door te adverteren op de website en/of het magazine. Op onze site vindt u uiteraard meer informatie over Orcazine. Uw hulp en bijdrage is van harte welkom!

Leonard Boekee

www.orcazine.com


The story told by the microbiome of seals

Reducing the use of antibiotics for a safer environment for everyone

The microbiome is the array of micro-organisms, which are living in the body of bigger organisms. The prevalence and abundance of the species that compound the microbiome gives information about diet, diseases, reproduction, and habitat. Normally these microbes are commensal, helping to digest the food. The stable gut microbial community is also important as barrier against pathogenic microorganisms or overgrowth of opportunistic microorganisms. A healthy balanced microbiome is therefore of crucial importance for each animal.

Since 6 years, I am the head veterinarian in the Sealcentre Pieterburen and I always wondered what the effect of the antibiotics would be to the seal gut microbiome since a healthy gut microbiome will help the seals to obtain energy from fish digestion and recover faster. It is also important to mention that meanwhile in the Netherlands a new policy was established which promoted a more restrictive use of antibiotics in animals. This has also led to a more responsible use of antibiotics in the Sealcentre. Due to the recent changes in mission and vision of the centre, I got the opportunity to start a PhD-research supervised by experts from the University of Utrecht, the University Medical Center of Groningen and Izore (Centrum Infectieziekten Friesland). Because still little is known about seal gut microbiome, my research first aims to characterize the gut microbiome of all the seals that are brought to the Sealcentre for rehabilitation. Thus, I will sample all the types of seals that are brought to the centre and I will look what kind of bacteria we find in their digestive tract. Second, I will study the possible presence of antibiotic resistant bacteria and see how the rehabilitation process affects both the gut microbiome of the seals and the antibiotic resistant bacteria if they are present. We have greatly lowered our use of antibiotics and we are very critical with giving the indicated antibiotic in each case, and we need to monitor how this policy works out in the seals

At the Sealcentre we have a unique opportunity to sample animals that come from the wild and whether they carry bacteria with antibiotic resistance genes. This way, we gather information on how many of these bacteria are present in the Wadden and the North Sea. Bacteria that are resistant to antibiotics are one of the biggest emerging problems in the medical world. This is one of the best examples on how human, animal and environmental health, are interconnected, the widely accepted concept “One Health.” As the top predator species in the Dutch sea, seals serve as sentinels for the marine environment and they can act as biomarkers for antibiotic resistances, toxins, etc. This leads to the mission of the Sealcentre: a healthy seal means a healthy sea. Not only for them, but also for us. And that is what I hope to contribute to with my research.

Ana Rubio-Garcia (DVM)
head veterinarian Sealcentre Pieterburen

One Health: één wereld, één gezondheid voor mens, dier en milieu
One Health Initiative will unite human and veterinary medicine
One Health on Wikipedia


Walvisstrandingen in Nederland

Honderd jaar een vinger aan de pols

Hoewel veel mensen denken dat Nederland ophoudt aan het strand, hoort een deel van de zuidelijke Noordzee wettelijk gezien wel degelijk bij ons grondgebied. De Noordzee is weliswaar voor de meeste mensen lastig bereikbaar, maar dat is geen reden om geen aandacht te besteden aan de daarin levende flora en fauna. Walvissen worden gerekend tot de megafauna. De soorten in ons deel van de zee voeden zich alle met vis en inktvis. Omdat het toppredatoren zijn, geeft het voorkomen van soorten en aantallen inzicht in de toestand van de Noordzee. Waarnemen van walvissen op zee is moeilijk, maar gelukkig kan het ook vanaf de wal.

Toen A.B. van Deinse, leraar biologie aan het Gymnasium Erasmianum in Rotterdam, in november 1914 op het strand enkele losse baleinen tegenkwam, raakte hij geïnteresseerd in walvissen. Hij begon informatie te verzamelen, niet alleen van levende walvissen in het buitenland en van dolfinaria over de hele wereld, maar ook van dode walvissen op het Nederlandse strand. Communicatie met melders verliep uiteraard per post. Van Deinse bouwde een netwerk van waarnemers op, voornamelijk mensen die zelf veel op het strand kwamen, maar naarmate hij bekender werd ook van anderen. Zijn eerste publicaties gingen over bijzondere vondsten, bijvoorbeeld over vinvissen en potvissen. Vanaf 1933 verschenen er met tussenpozen overzichten van wat er zoal aan walvissen in Nederland werd gevonden. Tot zijn overlijden, in 1965, is Van Deinse hiermee actief gebleven, maar na zijn dood viel er een gat in de registratie – ongetwijfeld omdat hij altijd solitair opereerde. Pas in 1970 pakten P. van Bree van het Zoölogisch Museum Amsterdam en A. Husson van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie deze taak weer op. Zij publiceerden meerjarige strandingsoverzichten in Lutra, het tijdschrift van de Nederlandse zoogdiervereniging. Nadat Husson met pensioen was gegaan nam C. Smeenk deze taak over, aanvankelijk samen met Van Bree, later alleen.

In 2014 was een eeuw registratie van gestrande walvissen in ons land dus een feit. Dit is bijzonder, want er zijn maar weinig landen in de wereld die zo’n langlopende reeks van gegevens over aangespoelde walvissen hebben. Honderd jaar telwerk, dat is pas monitoring! Na pensionering van Smeenk bij wat inmiddels Naturalis heette zijn de strandingen gedigitaliseerd. Tegenwoordig zijn ze op het internet beschikbaar via walvisstrandingen.nl, steeds vaker geannoteerd en inclusief foto’s. Anno april 2017 telt de database bijna elfduizend records van bijna even zoveel aangespoelde walvissen. Sinds de database digitaal wordt beheerd, worden er wekelijks strandingen aan toegevoegd. Hoewel de strandingen al honderd jaar zijn bijgehouden, geeft de database geen reëel beeld van de walvisfauna in de zuidelijke Noordzee door de eeuwen heen, zelfs niet vanaf 1900. Van Deinse ‘deed’ namelijk geen bruinvissen, omdat die in zijn tijd ’te algemeen’ waren. Ook tegenwoordig is bruinvis verreweg de talrijkst voorkomende walvis voor onze kust en spoelt hij ook het vaakst aan. Dat zal ongetwijfeld in het verleden ook het geval zijn geweest, maar blijkt dus niet uit de gegevens. Slechts bij uitzondering duiken notitieboekjes op van een doorgaans overleden waarnemer met systematische tellingen van een deel van het strand, zoals die van F. Niesen die de periode 1935-1973 beslaan, of van H. Kortekaas over 1941-1961. De waarnemingen van deze heren zijn in figuur 1 dan ook duidelijk terug te vinden.

Figuur 1: Aantal gemelde strandingen van bruinvissen

 

Figuur 1: Aantal gemelde strandingen van bruinvissen

Hoewel de zuidelijke Noordzee dus niet het soortenrijkste stukje Europa is voor walvissen, zijn er dankzij de jarenlange meldinspanning toch maar liefst 24 soorten vastgesteld. Dat is een ongekend aantal als je bedenkt dat er wereldwijd maar een kleine tachtig soorten voorkomen. Van die 24 soorten zijn er dan ook 9 waarvan er ooit maar 1 of 2 exemplaren zijn gevonden. Andere, zoals dwergvinvis, gewone dolfijn, tuimelaar en witsnuitdolfijn, leven wel in de Noordzee – of hebben hier ooit geleefd – en van deze soorten zijn er tientallen of zelfs honderden op onze kust gevonden. Alleen dankzij het consequent noteren en vastleggen van deze strandingsgegevens hebben we niet alleen een beeld gekregen van het voorkomen van soorten in de zuidelijke Noordzee, maar ook van de verschuivingen daarin. Zo waren gewone dolfijnen en tuimelaars hier vroeger algemeen, maar tegenwoordig zeker niet meer. Witsnuitdolfijn spoelde in de jaren 1980-2010 frequent aan, maar dat is in recente jaren duidelijk minder het geval. Natuurlijk is het mogelijk om de zee op te gaan en walvissen te tellen, maar dat geeft dan slechts een momentopname van een beperkt gebied, en is bovendien erg duur, want een schip laten varen kost een hoop geld en je krijgt er per kilometer maar weinig walvis voor terug. Ook tellingen van walvissen vanuit een vliegtuig kunnen snel een beeld geven, en over een groter gebied dan tellen vanaf een schip, maar dagelijks, wekelijks of zelfs maar maandelijks walvissen tellen vanuit de lucht gebeurt nog altijd niet, onder andere vanwege de hoge kosten. Een adequaat beeld krijgen van het voorkomen van walvissen in de zuidelijke Noordzee in ruimte en tijd is daarom nog altijd toekomstmuziek. Het bijhouden van gestrande dieren is dus wel iets van de lange adem, maar geeft een gedegen beeld van voorkomen en is relatief erg goedkoop.

Figuur 2: Aantal gemelde strandingen van overige walvisachtigen

 

Figuur 2: Aantal gemelde strandingen van overige walvisachtigen

Recent is er een nieuwe soort walvis voor Nederland en zelfs de hele Noordzee gezien: de Groenlandse walvis. Dit individu is gelukkig niet gestrand en zwemt hopelijk nog steeds rond. Toch toont dit dier aan dat er nog altijd nieuwe soorten walvissen voor ons land te verwachten zijn. Stug doortellen en registreren dus.

Guido Keijl
Guido Keijl werkt bij Naturalis en beheert de website Walvisstrandingen.nl

Artikel: Cetaceans stranded in the Netherlands in 2008-2014
Of kijk op de website: walvisstrandingen.nl


In Memoriam Chris Smeenk

Op 23 maart overleed Chris Smeenk op 74-jarige leeftijd. Hij was een belangrijke man in de Nederlandse zeezoogdierwereld. Chris was een uitermate toegewijde bioloog met veel parate kennis over zeezoogdieren, maar ook daarbuiten. Na een cum laude studie biologie in Leiden, promoveerde hij in 1974 op een ecologisch onderzoek naar Oost-Afrikaanse roofvogels. Hij volgde in 1976 A.M. Husson op als curator van de zoogdieren in het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, het tegenwoordige Naturalis.

Hij werd bij veel mensen vooral bekend door zijn werk aan strandingen van walvissen aan de Nederlandse kust. Deze gegevens werden door hem zorgvuldig verzameld en veel rapporten en artikelen hierover gepubliceerd. Hij had oog voor detail en spitte vele oude en obsure publicaties door om tot een gedegen analyses en artikelen te komen. Zijn publicatielijst is indrukwekkend. Toen de nieuwste versie van de Nederlandse Zoogdieratlas in 2016 uitkwam, kwam de enorme kennis van Chris over Nederlandse zeezoogdieren goed van pas want voor eerst werden ook de zeezoogdieren meegenomen. Samen met Kees Camphuysen schreef hij alle hoofdstukken over de 27 walvisachtigen die ooit in de Nederlandse wateren zijn voorgekomen.

Chris was mede-oprichter van European Cetacean Society (ECS) en werd tijdens de afgelopen ECS-meeting in Denemarken uitvoerig herdacht. Hij was een persoonlijkheid en kon ook wel kritisch zijn. Zo was hij regelmatig het niet eens met het management van het museum waarvoor jarenlang werkte. Maar als zorgzame mentor heeft hij ook vele studenten begeleid. Hij was behulpzaam en kon goed uitleggen en geweldige verhalen vertellen. Een markante wetenschapper is heengegaan.


Resultaten SCANS-III openbaar

Onderzoeksgebied SCAN-III project
Click een soort aan

Onderzoeksgebied
Gewone dolfijn
Gestreepte dolfijn
Tuimelaar
Witsnuitdolfijn
Griend
Bruinvis
Dwergvinvis
Gewone vinvis

Op 1 mei jl. op het ECS congres in Middelfart, Denemarken presenteerde Professor Phil Hammond (St Andrews University, Schotland) de eerste resultaten van de SCANS-III. Dit grootschalige onderzoek naar de verspreiding van Cetacea in de Europese Atlantische oceaan en de Noordzee werd voor de derde keer gehouden in de zomer van 2016. Eerdere surveys waren in 1994 (SCANS) en 2005 (SCANS-II). Systematische tellingen werden uitgevoerd vanaf schepen en vliegtuigen door een internationaal samenwerkingsverband met 9 Europese onderzoeksinstellingen, waaronder Wageningen Marien Research. De kaartjes hieronder geven een indicatie voor de verspreiding van de soorten. Opvallend, maar al lang bekend zijn de grote aantallen walvisachtigen in de Golf van Biskaye. Hier komen onder andere flinke aantallen vinvissen voor. Het is te hopen dat behalve de resultaten van de analyses, ook de ruwe waarnemingen vrij toegankelijk worden gemaakt. Dit onderzoek is gefinancierd uit publieke gelden en zou daarom ook in het publieke domein moeten komen. Dat is zowel in het belang van het wetenschappelijk onderzoek als voor de natuurbescherming en andere geinteresseerden.

Meer informatie kan worden gevonden bij de volgende websites:
Website SCANS-III project
WUR over SCAN-III
ASCOBANS


Wereldwijde aandacht om de vaquita voor uitsterven te behoeden

De vaquita of Californische bruinvis (Phocoena sinus) is een van de kleinste zeezoogdieren (maximaal 1,5 m lang). Pas in 1958 werd deze beschreven als een aparte soort, die in alleen in het noordelijkste deel van de Golf van Californië in Mexico voorkomt. Het is een tamelijk onopvallende soort, die vooral in de ondiepe wateren in de baai (<40m diep) wordt aangetroffen, en waarvan nog maar weinig informatie over de ecologie en gedrag bekend is. Na de baiji oftewel Chinese vlagdolfijn (Lipotes vexillifer) die uitsluitend in Yangtze rivier voorkwam en inmiddels als uitgestorven wordt beschouwd, is de vaquita de volgende soort zeezoogdiersoort die op het punt van uitsterven staat. De laatste schattingen zijn dat er nog slechts circa 30 individuen in leven zijn.

Vaquita in rustig water in 2008. Foto © WWF / Tom Jefferson

 

Vaquita in rustig water in 2008. Foto © WWF / Tom Jefferson

Door de geringe populatie en het uiterst beperkte verspreidingsgebied was deze soort al kwetsbaar, maar de laatste jaren zijn de aantallen dramatisch gedaald. Populatietellingen worden de laatste jaren vooral uitgevoerd door accoustische tellingen, omdat visuele waarnemingen tegenwoordig uiterst schaars zijn. In de baai zijn in het centrale deel van het verspreidingsgebied een reeks van 46 boeien met onderwatermicrofoons geplaatst om de echolocatie-‘clicks’ van de vaquita’s te detecteren. De hoeveelheid clicks nam af met 80% tussen 2011 and 2015 en geschat wordt dat de aantallen vaquita’s jaarlijks met 34% zijn afgenomen in die periode. In 2016 lijkt de achteruitgang nog sneller te gaan en lijkt de populatie met maar liefst 50% gekrompen te zijn.

Het Wereldnatuurfonds zocht de aandacht om de alarmerende resultaten van de laatste tellingen bekend te maken en om de Mexicaanse regering te overtuigen dat alle mogelijkheden moeten worden aangegrepen om de soort te redden. Zie hier het rapport van het WWF van 15 april 2017. Een belangrijke bron voor de achteruitgang is het gebruik van kieuwnetten van plaatselijke vissers, waarin vaquita’s verstrikt raken en verdrinken. De Mexicaanse president Enrique Peña Nieto had daarom per 31 mei 2015 een verbod op kieuwnetten ingesteld in dit gebied voor twee jaar. Deze termijn is onder binnenlandse en buitenlandse druk per 1 juni verlengd. Op 7 juni heeft de Mexicaanse regering samen met de Leonardo DiCaprio Foundation en de Carlos Slim Foundation een overeenkomst getekend om ingrijpende maatregelen te treffen om de vaquita en haar leefgebied te redden. Zie het nieuwsbericht van WWF.

Sinds 1993 is een deel van het verspeidingsgebied in een Biosphere natuurreservaat opgenomen. In 2005 is dit uitgebreid met een zogenaamd “Refuge Area for the Protection of the Vaquita” waar de meeste vaquita’s voorkomen. Maar nog steeds worden veel vaquitas slachtoffer van illegale visserijactiviteiten in het gebied en raken zij verstrikt in achtergebleven visnetten. Dit komt doordat de totoba (Totoaba macdonaldi) voor de lokale bevolking een zeer lucratieve vissoort is geworden om te vangen. Deze vis, die ook endemisch is voor deze regio, wordt bijna net zo groot als de vaquita en is inmiddels ook een bedreigde soort geworden.

De grote zwemblazen van de totoaba kunnen in China 13.000 tot 18.000 euro per kilo op de zwarte markt opbrengen omdat men daar gelooft dat de zwemblazen medicinale eigenschappen hebben. Ook worden deze zwemblazen daar als luxe product of investering gezien. Omdat de lokale Chinese soort met een dergelijke zwemblaas door intensieve bevissing steeds schaarser werd, werd de Mexicaanse totoaba als een goede vervanger gezien. Daardoor is er een illegale handelsroute van totoaba-producten ontstaan via Amerika naar China. WWF dringt erop aan dat de Mexicaanse, Amerikaanse en Chinese regeringen om deze illegale handel te bestrijden en te stoppen. Daarnaast zullen legale en duurzame visserijoplossingen ontwikkeld moeten worden om vaquitabijvangsten te voorkomen voor, maar vooral ook samen met, de lokale vissers.

Een ander redmiddel om de vaquita voor uitsterven te behoeden, en volgens veel natuurbeschermers de enige mogelijkheid, is om een aantal vaquitas te vangen en een kweekprogramma in gevangenschap opzetten. Dit is ook wat CIRVA, een internationaal verband van biologen en natuurbeschermers ter bescherming van de vaquita, aanraadt. CIRVA werd in 1996 opgericht en stond aan de basis van vrijwel alle beschermingsmaatregelen die sindsdien getroffen zijn. Op het Europese walviscongres van de ECS in mei in Middelfart, Denemarken, sprak de Mexicaanse bioloog Armando Jaramillo-Legorreta, die hoopte na de zomer circa 8 dieren te kunnen vangen, wat meteen flink deel van de wereldpopulatie is. Hoe dat moet gebeuren en hoe deze schuchtere dieren zullen reageren op het vangen en de overplaatsing naar leven in gevangenschap is uiteraard ongewis. In zijn verhaal kwam hij ook met goed nieuws, hij had net nieuws gekregen uit Mexico dat in de Baai van Californië een vrouwtje was gezien met een jong kalf.

Op 8 juli wordt weer de jaarlijkse International Save the Vaquita Day gehouden en in het kader hiervan heeft Wild Lens, een non-profit mediabedrijf, een half uur lange documentaire gemaakt over de Vaquita en Totoaba in de Golf van Californië: Souls of the Vermilion Sea.
 

Jeroen Creuwels, Werkgroep Zeezoogdieren.

Studio Bruinvis, een initiatief van Stichting Rugvin

om live naar dé Nederlandse walvis te luisteren.

Op het havenhoofd van Zierikzee is door Stichting Rugvin op 12 mei jl. Studio Bruinvis geopend. Studio Bruinvis maakt het mogelijk live naar het geluid van bruinvissen te luisteren, op misschien wel de beste bruinviswaarnemingsplek van Nederland!

Op deze plek aan de Oosterschelde worden zeer regelmatig bruinvissen waargenomen, als je langer dan een uur geduld moet hebben, dan behoort dat tot de uitzonderingen! Meestal zijn er altijd wel een of meerdere bruinvissen waar te nemen binnen een aantal minuten (bij Bft < 3). Maar omdat bruinvissen toch veelal onder water leven en zich maar 3-4 keer om de paar minuten boven water vertonen om adem te halen is het toch lastig de dieren te spotten. Vandaar dat op een gegeven moment het idee van live geluidswaarnemingen ontstond.

Studio Bruinvis bestaat uit een zeeboei met daaronder een hydrofoon die het hoogfrequente geluid (120 -140 kHz) van de bruinvissen opvangt, filtert van andere geluiden en vervolgens doorzendt naar de kant. Hier staat een ontvangstinstallatie die het geluid weer hoorbaar voor mensen maakt.

Naast de mogelijkheid vele natuurliefhebbers en recreanten te plezieren met zowel de bruinvissen te zien als te horen, wordt er in de zuil ook een datarecordingsinstallatie geplaatst. Deze installatie slaat het geluid op in combinatie met de registratie van tijd, datum en het getijde. Hiermee krijgen we als Stichting Rugvin dan weer veel te weten over de relatie tussen de dieren het getijde, de seizoenen etc.

Studio Bruinvis is een initiatief van Stichting Rugvin www.rugvin.nl met financiële steun van het Wereld Natuur Fonds, Nationaal Park Oosterschelde, gemeente Schouwen-Duiveland, Natuurmonumenten en de vele Crowdfunders.

Frank Zanderink
Frank coördineert de activiteiten van Stichting Rugvin.

rugvinfoundation@gmail.com


Boeken

 

Michael Engelhardt: Ice Bear. The cultural history of an arctic icon. 2017. University of Washington Press.

Gevaarlijke toppredator, knuffelbeer, onderwerp van wetenschappelijke onderzoek en een mytisch icoon voor de Inuits. Al deze rollen en nog veel meer speelt de ijsbeer in onze cultuur. De laatste tijd is hij als slachtoffer van de klimaatverandering vooral bekend als een ambasadeur van de smeltende poolkap. Het boek heeft schitterende illustratie’s en is zeer informatief geschreven. De auteur is zowel poolgids als cultureel antropoloog en deze combinatie zorgt ervoor dat de tekst zowel interessant als toegankelijk is.

De kerstman rijdt op een ijsbeer

 

De kerstman rijdt op een ijsbeer

De ijsbeer als hamburger

 

De ijsbeer als hamburger

De gevolgen van opwarming

 

De gevolgen van opwarming

Alle afbeeldingen uit het besproken boek


 

Niko Tinbergen: Eskimoland
2017. Uitgeverij G.A. van Oorschot.
ISBN: 9789028261976 €19,95

Na snel zijn proefschrift aan het gedrag van de bijenwolf te hebben afgerond en te zijn getrouwd, vertrekt Niko met zijn kersverse vrouw Lies naar Groenland. In het kader van het Internationale Pooljaar 1932-33 doet hij onderzoek aan sneeuwgorzen, franjepoten en sledehonden. Wellicht nog belangrijker is het participerende onderzoek naar de gewoonten en de cultuur van de plaatselijke inuit-bevolking. Het echtpaar trekt in bij de plaatselijke sjamaan en wordt bekend gemaakt met gebruiken en de rituelen. Tinbergen leert te jagen, te vissen, te kajakken, en probeert samen met zijn vrouw zich te verdiepen in hun tradities en om mee te doen in de dorpsgemeenschap. Dat laatste lukt niet altijd even goed, en de inuit vinden de pogingen om de lokale technieken onder de knie te krijgen zeer grappig. Ze zien het Nederlandse stel als rare, maar ongevaarlijke snuiters. Dit wordt beschreven in het boek Eskimoland van Niko Tinbergen, dat ook prachtige foto’s en tekeningen bevat die Niko maakte in Groenland. Het boek beleeft in 2017 een heruitgave met een voorwoord van Tijs Goldschmidt. Natuurlijk is er in het boek ook volop aandacht voor zeezoogdieren die een centrale rol spelen in het leven van de door Tinbergen zo bewonderde “eskimo’s”.

Niko Tinbergen wordt samen met Konrad Lorenz als de grondlegger van de ethologie (gedragsbiologie) beschouwd en kreeg hiervoor in 1973 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde. Hij leverde vooral een bijdrage aan de methodologie van de ethologie en werd bekend om de vier basisvragen in ethologisch onderzoek oftewel de “Tinbergen’s four whys”. In het kort: (1) door welke processen of prikkels wordt het gedrag veroorzaakt, (2) hoe ontwikkelt een bepaald gedrag in een individu, (3) waarom is dit gedrag het meest logische of levert het gedrag het meeste op, (4) hoe wordt dit gedrag van generatie op generatie overgedragen. Niko bedacht ook het begrip “supernormaal”. Dit houdt in dat mensen en dieren een voorkeur hebben voor stimuli die groter en sterker zijn dan die normaal in de werkelijkheid voorkomen. Bekende voorbeelden zijn vogels die grote kunstmatige eieren prefereren boven hun eigen eieren, en in de reclamewereld vrouwelijke modellen, die vaak afgebeeld worden met veel langere benen dan normaal.

Wikipedia Niko Tinbergen
Wikipedia Supernormaal
Meer over de heruitgave Eskimoland
 

Tinbergen in een kajakrobbenjacht bij de Inuits


 

Felix G. Marx, Olivier Lambert & Mark Uhen: Catacean Paleobiology
2016. Wiley Blackwell.
ISBN: 9781118561553 € 46,00

Dit onlangs verschenen boek geeft uitgebreid de ontstaansgeschiedenis van de Cetacea weer. De vele afbeeldingen van de schedels, en de duidelijke naamgeving van de verschillende schedeldelen maken het boek een “must” voor iedereen die iets wil begrijpen van de morfologie en evolutie van de Cetacea. De meest recente vondsten worden uitgebreid besproken. De reconstucties van uitgestorven walvissen zijn schitterend. Het beste boek over dit onderwerp tot nu toe.

Lambert van Es

 

Claudia Hangen Schweinswale – Die kleinen Vettern der Delfine.
2016. Die Neue Brehm-Bücherei
ISBN: 9783894321300 €24,95

De redactie van de Nieuwsbrief kreeg een tip over een onlangs verschenen Duitstalig boekje over de bruinvis Phocoena phocoena. Het heet Schweinswale – Die kleinen Vettern der Delfine, geschreven door Claudia Hangen. Zou het een opvolger zijn van de monografie van Gerhard Schulze: Die Schweinswale uit 1996? We hebben daarom snel het boekje besteld. Het blijkt een mooi vormgegeven boekje met heldere illustraties en goede foto’s en ook nog in begrijpelijk Duits geschreven. De auteur is wetenschappelijke publiciste met een grote fascinatie voor bruinvissen. Na het eerste hoofdstuk waarin beknopt alle 6 soorten binnen de familie van de Phocoenidae worden beschreven, wordt al snel duidelijk dat dit boekje toch meer voor een groter publiek geschreven is en erg op Duitsland is gericht. Dit resulteert in hoofdstukken als: waar kan men bruinvissen zien langs de Duitse kust, welke Duitse beschermingsprojecten zijn er, en wie doet onderzoek aan bruinvissen in Duitsland? Opvallend is wel dat bij het hoofdstuk “Best–Practice-Beispiele” van de bruinvisbescherming juist veel aandacht is voor de opvang van kleine walvisachtigen zoals dat in Nederland gebeurt. Bijna 5 bladzijden worden gewijd aan “SOS Dolfijn in den Niederlanden”.
De auteur is geen bioloog en heeft er ook voor gekozen nauwelijks primaire of wetenschappelijke literatuur te verwerken. Wel hebben diverse Duitse biologen en natuurbeschermers door interviews of anderszins bijdragen geleverd, maar desondanks is het boekje niet erg diepgravend. Het is bovendien soms ook wat rommelig en onevenwichtig. Zo worden in het hoofdstuk over de fysiologie en reproductie van bruinvissen 8 bladzijden besteed aan algemene intelligentie bij cetacea. Het komt niet in de buurt van het doorwrochte werk van Gerhard Schulze, maar dat was kennelijk ook niet de bedoeling. Voor veel Nederlanders en Belgen die geïnteresseerd zijn in bruinvissen heeft dit boekje waarschijnlijk toch te weinig te bieden, zeker voor een prijs van 25 euro.

JC

Proefschriften

Bas Beekmans: Wandering Whales? Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen 2017

Op 24 februari 2017 verdedigde Bas Beekmans zijn proefschrift “Wandering Whales?” aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzocht tijdens deze promotie de relatie tussen baleinwalvissen en de zeeijsomgeving in de Zuidelijke oceaan. Het gebied waar jaarlijks zeeijs smelt in de lente en weer aangroeit in de herfst is een reusachtig gebied; in de winter is het zeeijsoppervlak rondom Antarctica ca 17 miljoen km2 en hartje zomer is hier nog maar 25% van over. Deze uiterst productieve zone kent veel planktonbloei in het voorjaar, gevolgd door enorme massa’s krill. Deze overvloed is ook de reden waarom baleinwalvissen naar de Zuidelijke IJszee migreren: krill is hun stapelvoedsel.

Aan de hand van visuele waarnemingen van Antarctische dwergvinvissen, verzameld door Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) tussen 1981-2005 werden de dichtheden walvissen geschat in de wateren rondom Antarctica. Beekmans probeert met ingewikkelde statistische modellen te verklaren of er bepaalde omgevingsfactoren zijn die bepalen waar walvissen zich bevinden. De resultaten van zijn modellen laten niet een heel duidelijk beeld zien. Antarctische dwergvinvissen lijken wel meer bij de randen zowel van het zeeijs als van het continentale plat voor te komen, wat mogelijk te maken heeft dat deze gebieden ook productiever zijn. Ook lijken ze vooral voor te komen in gebieden waarvan de zeeijsbedekking jaarlijks het meest fluctueert. Helaas waren er toen geen gegevens van de krilldichtheden beschikbaar.

In 2000 werden waarnemingen aan Antarctische dwergvinvissen, gewone vinvissen en bultruggen verzameld tijdens een uitvoerige telling door CCAMLR (‘krillverdrag’). Met diverse onderzoeksboten werden naast walvistellingen ook akoestische metingen verrichtom de plaatselijke krilldichtheden te bepalen. Alleen de Antarctische dwergvinvinnen werden significant meer aan getroffen wanneer krilldichtheden hoger waren. De modellen suggereren ook dwergvinvissen en bultruggen meer uit zijn op juveniel krill, terwijl gewone vinvissen meer de diepere wateren bezoeken met (bijna) volwassen krill.

Aan het eind van zijn proefschrift geeft Beekmans suggesties hoe aanvullend onderzoek tot een beter begrip kan leiden welke factoren de verspreiding en de aantallen van baleinwalvissen beinvloeden. Waarnemingen dieper in het pakijs, waar de boten niet konden komen, meer oceanografische en biologische parameters dieper in de waterkolom zouden de aanwezigheid van walvissen beter kunnen verklaren. In de toekomst zouden walvissen gezenderd met sensoren en akoestische opname-apparatuur inzicht kunnen geven hoe walvissen fourageren en zich werkelijk gedragen in hun eigen leefgebied. Dit onderzoek is ook van belang in het kader van klimaatveranderingen, zeker nu bepaalde klimaatmodellen voorspellen dat het gemiddelde zeeijsoppervlak in 2100 met 33% kan zijn afgenomen.

JC

Proefschrift Bas Beekmans Wandering Whales over walvissen en zeeijs rond Antartica


Agenda

8 juli t/m 3 september 2017 : De Walvisweken
De Walvisweken is een activiteitenprogramma rondom walvissen op diverse plekken in Noord Holland. Drie musea in Noord Holland (het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, Zaans Museum in Zaandam, Museum In het Houten Huis in Rijp) en Ecomare op Texel organiseren in de zomer in samenwerking met het Wereld Natuurfonds allerlei activiteiten.

Zie het programma: het programma Walvisweken.
Zie voor meer informatie:www.hetscheepvaartmuseum.nl/partners-walvisweken

30 augustus 2017 : Promotie Sophie Brasseur
Seals in motion. How movements drive population development of harbour seals and grey seals in the North Sea (Promotor Prof.dr.ir. P.J.H. Reijnders). Wageningen Universiteit.

Voor meer informatie Website SENSE Research School

februari 2018 Zeezoogdierdag van de WZZ

Voor aankondigingen: agenda Zoogdiervereniging


Filmpjes en foto’s

Blainville beaked whales

Killer Whale hunt on a Bowhead Whale

First video ever True’s beaked Whale & look for the comments

The Dark History of Killer Whale Captures

Vaquita on CNN

13 ongelofelijke foto’s

Groenlandse walvis in Middelkerk

Groenlandse walvis in Middelkerk2


Publicaties

Paleontologie

A new beaked whale of the Miocene Gram formation in Denmark

Miocene hoplocetine sperm whale remains of North Germany

Drie soorten zeezoogdieren uit mioceen/ plioceen van Zeeland

Een nieuwe tandwalvis familie in Nederland

Fragilicetus velponi, a baleen-bearing whale from the Pliocene of Belgium

Oerwalvissen op de bodem van de Noordzee

Biologie

Het determineren van True’s spitssnuitdolfijn rond de eilanden van de Atlantische oceaan

Nieuwe soort spitssnuitdolfijn_BBC

Nieuwe soort spitssnuitdolfijn_NationalGeographic

Waarom het in Belgie geen Kogia sima was maar een bruinvis

Cetaceans stranded in the Netherlands in 2008-2014

Artikel over orca’s in Scientific American

The ecotypes of the Orca

Satellite tracking of humpback whales during the breeding season

Density models for the harbour porpoise

Historisch

The forgotten type specimen of the grey seal

Walvisstrandingen omgeving Texel met lied

Algemeen

Abstractbook 31st Annual ECS Conference 2017


Reisverslagen

Andenes, een plaatsje op het noordelijkste puntje van de eilandengroep Vesterålen in Noord Noorwegen is een bekende hotspot voor whale watchers. Vlak voor de kust ligt een diepzeetrog, omdat hier de Atlantische plaat onder de continentale plaat duikt. Deze Bleik-canyon is bijzonder voedselrijk en daarom zijn er het hele jaar walvissen te zien.

Dat wilden we wel eens meemaken daarom trokken in 2017 in de tweede week in januari naar het verre noorden. Een bijzondere ervaring, niet alleen door de walvissen, maar ook door de sfeer en het landschap (ook vanuit het vliegtuig!). Andenes ligt 300 km boven de poolcirkel en daardoor is er van december tot en met de eerste helft van januari geen zonlicht. We hadden wel 5 uur daglicht vergelijkbaar met een zwaarbewolkte Nederlandse winterdag. Maar om 14:30 is het dan weer pikkedonker, wat elke keer toch wel wennen is. Overigens zijn de temperaturen door de warme golfstroom nog redelijk mild. Andenes is ook bekend als een hotspot om het noorderlicht waar te nemen, maar gedurende ons verblijf was het vaak bewolkt en daardoor maar een enkele keer te zien.

Marten Bril, een Nederlander, woont hier en heeft hier zijn bedrijf Seasafari voor vogel- en walvissafari’s. Met snelle rubberboten vaart hij elke dag uit als het weer het toelaat. Hij is ook natuurfotograaf en kent de streek op zijn duimpje. De orca’s volgen de trek van de haringen die in de winter de fjorden binnen wemmen. Dit jaar bleken de orca’s erg laat aan te komen in Andfjord, de fjord bij Andenes. De haring was volgens de vissers al enige tijd de fjord in grote getale gearriveerd, maar de orca’s bleven dit jaar langer in het fjordengebied rondom Tromsø hangen. Het weer was de eerste week in januari niet best geweest. Daarom zagen wij in het begin vooral gewone vinvissen en bultruggen. En ook een enkele potvis en zeearenden. De walvissen zijn niet schuw en komen ook naar de boten toe. De boottochten zijn alleen al door de ruige omgeving van de Vesterålen geweldig mooi. Na vier dagen zien wij voor het eerst verschillende groepen orca’s vanuit de rubberboten op enige afstand. De dag daarna fourageren de orca’s samen met een aantal bultruggen vlakbij die zelfs onder de boten door duiken.

’s Avonds zijn er vaak interessante lezingen door plaatselijke onderzoekers, waaronder Eve Jourdain van de Norwegian Orca Survey. Check www.norwegianorcasurvey.no voor prachtige foto’s en meer informatie over het onderzoek en hoe orca’s hier op haring jagen. Eerlijk is eerlijk, het is niet goedkoop in Noorwegen en een weekje Andenes kost dan ook wel wat, maar deze reis was een zeer indrukwekkende ervaring.

Jeroen en Raymond, Werkgroep Zeezoogdieren

Orca's voor de kust van Andenes duikende bultrug


Interessante reizen

Azoren vanaf april potvis, grampus, gewone dolfijn All for Nature Travel
Azoren april mei blauwe vinvis, gewone vinvis, potvis All for Nature Travel
Azoren 15 juli – 22 juli potvis, gewone dolfijn, tuimelaar, grampus, gewone spitssnuitdolfijn Starlingreizen
Van Zeeland naar Spitsbergen 20 mei dwergvinvis, gewone vinvis, Butskop, witflankdolfijn Inezia Tours
Canada mei – juni beluga, narwal, ijsbeer, groenlandse walvis Beluga Adventures
Spitsbergen mei – juni ijsbeer, walrus Inezia Tours
Zuid-Afrika vanaf juni zuidkaper, pelsrobben, witte haai, pinguïns All for Nature Travel
Canada juni – augustus beluga, ijsbeer Beluga Adventures
Golf van Biskaje 13 augustus gewone vinvis, potvis, orca, gestreepte dolfijnen Deltasafari
Canada augustus – september blauwe vinvis All for Nature
Zeeland 17 september bruinvis, zeevogels Deltasafari
Ierland 16 oktober gewone vinvis, dwergvinvis, bultrug, gewone dolfijn Deltasafari
Zeeland 4 november bruinvis, zeevogels Deltasafari

Special offer:
Mensen die boeken bij All for Nature Travel krijgen als ze de Werkgroep Zeezoogdieren vermelden een zeer fraai Zeezoogdier Memory spel cadeau.

Disclaimer:
Dit is geen volledig overzicht en kan ook onjuistheden bevatten.
Kijk op de websites van de reisorganisatie’s voor meer informatie


Vrijwilligers gezocht !!

Veterinaire vrijwilliger gezocht voor Sealcentre PieterburenOnderzoek aan grijze dolfijnen op de Azoren
Vrijwilligerswerk bij Stichting Rugvin
Iets schrijven voor de volgende nieuwsbrief?


Websites

Asha de Vos
European Cetacean Society
Marine Mammals Science Education
Marine Bioacoustics Lab – Aarhus University
Moby Dick Antiquariaat Noordwijk
Morigenos – Slovenian Marine Mammal Society
Nova Atlantis
Orcazine
Pinniped Lab
SCANS-III
Stichting Rugvin
Stichting SOS Dolfijn
Walvisstrandingen.nl
ZeeZoogdieren.org



Colofon

De Nieuwsbrief1 van de werkgroep zeezoogdieren (WZZ) is op 4 juli 2017 online gegaan. De nieuwsbrief is geschreven met pandoc markdown met toevoeging van CSS en javascript. Met OpenOffice en MS Word is de webversie omgezet en opnieuw gelayout naar een pdf-versie. Achtergrondfoto van de nieuwsbrief is uitzicht op Pico Azoren en gemaakt door © Eric Janssen.


De werkgroep Zeezoogdieren (WZZ) is een onderdeel van De Zoogdiervereniging. Voor opmerkingen kunt U contact opnemen met de werkgroep: zee@zoogdiervereniging.nl

 

logo werkgroepzeezoogdieren logozoogdiervereniging